Afgelopen week heb ik weer een poëzieprijs in Vlaanderen gewonnen. Dit keer de 16ePoëzieprijs van de stad Izegem. Deze prijs wordt één keer in de twee jaar uitgereikt voor drie gedichten die zonder auteursvermelding aan de jury worden aangeboden. Men streeft ernaar een dichter te bekronen en niet één afzonderlijk gedicht. Uit het juryrapport heb ik ter meerdere eer en glorie van mezelf de volgende zinsneden voor jullie gelicht: “Drie gedichten die in een variërende opbouw een stellingname verwoorden tegenover het fenomeen van de voortschrijdende tijd. Een klassiek thema in de literatuur, dat hier door de dichter op een eigenzinnige en doordachte manier wordt aangepakt. De drie gedichten (…) bewijzen dat de auteur erin slaagt een poëtische spanningsboog op te bouwen die, wortelend in een vorm van anekdotiek, een metaforische gelaagdheid meekrijgt die het aan tijd en plaats gebondene van de beleving op een algemeen-menselijk niveau plaatst.” Ja ja, tjongejongejonge, ik weet zeker dat je nu geen zin meer hebt om die gedichten ook echt te gaan lezen! Overigens ontmoette ik bij de uitreiking een drietal Vlaamse collega-dichters waarmee ik ‘bundels heb geruild’. ’s Avonds op de hotelkamer trof me het meest het werk van de Brugse Delphine Lecompte. Wat een eigenzinnig talent. Bij deze warm aanbevolen!
Van harte gefeliciteerd!
Ik kijk uit naar de poëzieavond in C’borg.
Groet,