Naar aanleiding van mijn vorige bijdrage aan dit blog (gedicht met de titel 25 mei) heb ik mijn ‘oeuvre’ (of in de woorden van Remco Campert: “mijn werk dat maar geen oeuvre wil worden”) eens doorgelicht op de maanden van het jaar – althans op het letterlijk voorkomen van de naam van een maand. Het levert een frappant beeld op. De statistiek bevestigt wat ik al vermoedde: ik ben geen winterdichter. Alle maandsvermeldingen vallen namelijk in de periode maart tot en met oktober. Van november tot en met februari val ik stil. De hoogste frequentie wordt geleverd door m’n geboortemaand: 3 gedichten waarin de maand ‘mei’ voorkomt. Naar aanleiding van dit onderzoekje wil ik mijn bloglezers het komende jaar iedere maand vergasten op een gedicht met daarin letterlijk vermeld de maand waarin we op dat moment leven. Tot november lukt dat, dan ga ik dus even in winterslaap, en dan pak ik de draad in maart weer op. Ik ben begonnen met 25 mei; ook het juni-gedicht is sterk gekoppeld aan één bepaalde dag in deze maand, namelijk 21 juni. Op die datum zal ik op deze plek het ‘maandgedicht’ publiceren. Check me out!