Het wordingsproces van een gedicht (slot)

Ik begin het gevoel te krijgen dat het gedicht nu wel eens ‘af’ zou kunnen zijn. Wat heb ik inmiddels, eens kijken:

Nachtrit

Het was zo’n keer dat het leven z’n verwachtingen inlost:
na een dag op het wad gedrieën in een auto door de nacht,
manmoedig landinwaarts, één op de achterbank, de ander
achter het stuur en ik op de derde praatstoel tussen hen in.

De feestelijke herontdekking van hoe jong we nog waren:
we vertelden elkaar de grote verhalen waarin de vrouwen
steeds mooier maar de wonden altijd schrijnender worden
en legden de onverklaarbare kiem van een kameraadschap.

Hoeveel afslagen zullen we die nacht niet hebben gemist?
En hoe lang duurt die rit nog voort? Smeedde het lot toen
ook voor mij een veel te korte toekomst? Donkere vragen
zolang ik leef en jullie samen verder rijden door die nacht.

Deze versie ervaar ik voorlopig als ‘af’. Ik plak het gedicht nu in de bundel in opbouw. Na enkele keren herlezen in de weken die volgen, bemerk ik steeds dat de tweede strofe me toch niet aanstaat. Met name de focus op alleen maar vrouwen vind ik te beperkt. Onze wederzijdse ‘herkenning’ in die nacht was op meer gebaseerd. Het woord ‘jong’ in de eerste regel van deze tweede strofe brengt me op het idee om juist nadrukkelijk te spelen met de tegenstelling van jong: ‘oud’. Ik verander daarom het middendeel van de tweede strofe en kom uit op het ‘definitieve’ gedicht dat me ook nu nog bevalt.

Nachtrit

Het was zo’n keer dat het leven z’n verwachtingen inlost:
na een dag op het wad gedrieën in een auto door de nacht,
manmoedig landinwaarts, één op de achterbank, de ander
achter het stuur en ik op de derde praatstoel tussen hen in.

De feestelijke herontdekking van hoe jong we nog waren:
we deelden oude verhalen waarin oude zomers eindelozer,
oude liefdes mooier en oude wonden schrijnender worden
en legden de onverklaarbare kiem van een kameraadschap.

Hoeveel afslagen zullen we die nacht niet hebben gemist?
En hoe lang duurt die rit nog voort? Smeedde het lot toen
ook voor mij een veel te korte toekomst? Donkere vragen
zolang ik leef en jullie samen verder rijden door die nacht.

Augustus 2010

Dit bericht werd geplaatst in De wordingsgeschiedenis van een gedicht, Poëticaal. Bookmark de permalink .

Een reactie op Het wordingsproces van een gedicht (slot)

  1. cor3306c zegt:

    uit alles blijkt maar weer eens dat jij een toegewijde en noeste dichter bent en blijft

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s