Afscheidsdienst
Ik zit in een kerkbank en denk een tegendraad:
stel nu dat je niet dood bent, dat de ontsteltenis
in dit willekeurige gat op de wereld een grap is,
dat boven alle orgeldeunen en marktrumoer uit
deze gemeente zo stil voor je bij leven zou zijn;
dan pas zou men je echt de hoogste eer betonen.
Wit winterlicht valt door de hoge ramen, stofjes
dansen in de hoogte, ik zoek naar wolkvorming,
een silhouet, maar herleef alleen herinneringen:
‘ik laat me graag verrassen’, luidde je antwoord
op m’n vraag wie je nu verwachtte te ontmoeten
(daarmee deze vraag meteen irrelevant makend).
En nóg een antwoord geef je me vandaag: ‘Nee
die geboden zijn heel dichtbij, u kunt ze in u op-
nemen, ze u eigen maken, u kunt ze volbrengen’,
in psalmen en gebeden vlot mijn gedachtevlucht:
ik hoor je, zie je, vertel je, spreek je m’n taal toe,
misschien is mysterie wel het woord dat ik zoek.
roerend en stof tot mijmeren