Reisgenoten
We hebben vrijwel alle steden niet bezocht,
we hebben vrijwel alle paden niet gelopen,
we hebben vrijwel alle zeeën niet gezien.
Een paar steden bezochten we samen,
enkele paden liepen we samen,
één zee zagen we samen.
Van alle steden een paar,
van alle paden enkele,
van alle zeeën één.
Maar samen.