Bosgeest
Vertrouw mij,
fluistert het woud,
ik verwacht je,
betreed mijn paden.
Leg je te rusten
op mijn bed van mos
onder een deken
van dennennaalden.
Ruik je het hars
van stormschade,
hoor je het gegons
van verre nachten?
De sterren die je ziet
zijn doorkijkjes,
dat gat in het vergiet
is de maan maar.
Uit alle windstreken
waait verdriet, ik weet het,
mijn kruinen
wiegen het voor je weg.
Welterusten, dool maar
door je dromen,
dit ruisen
is mijn waken over je.