Aan het orakel
Misschien heeft onze besteller al maanden z’n dag niet
of is er in het hiernamaals iets flink in de soep gelopen,
maar feit is dat wij zonder jouw tegenbericht niets zijn.
Dat wil zeggen nog steeds het los-vaste dorpssyndicaat
van afwachters en laatbloeiers op zoek naar verlossing,
heren en meesters voor de klas, leerlingen in het leven.
En het is niet dat jij het beter wist, er was immers altijd
wel een omstandigheid van een omstandigheid die ook
jou verhinderde het beste te doen of in leven te blijven.
Doet het je goed te horen dat ook de Lek niet meer van
onze tijd is, dat ogenschijnlijk alles stroomt maar dat ik
het huis ben ontvlucht om je poste restante te schrijven.
Wat ik je zeggen wil is: niemand anders dan jij wist hoe
schraalhans te verslaan, speelman op het dak te houden,
het is daarom dat we zo halsstarrig op je tijding wachten.
Want wie anders kan ons vertellen hoe het verder moet,
ons schetsen hoe vernuftig het ontwerp van de hemel is
en ons duiden waarom je grote dochter nog steeds duimt.