Sneeuw
Een machtig pak, ik moet naar buiten, het gedicht ophalen.
Statige witte vereffenaar: gebaande paden onvindbaar,
bomen die zich, aan hun bast te zien eendrachtig,
tegen de valrichting keerden, doffig ganzengegak,
zelfs gedachtestemmen lijken gedempter te klinken.
Is het die suggestie van samenhang, het grotere geheel
waarvan we deel uitmaken, het reine beeld van de hemel
van toen ik als kind een tijdje verbeten probeerde te geloven
of alleen de kortstondige eeuwigheid van deze ochtend?
Boven het huis van de baron kringelt een rooksliert,
verlokkende houtvuurgeur, dichtgevroren omgrachting.
Stoute schoenen? Hier aankloppen, aanzitten, aandurven,
en passant iets ouds hervinden dat er voor het oprapen ligt.
ik vind het mooi maar hier ligt geen sneeuw en ‘ Meneer de Baron is niet thuis is al weken lang van huis'(misschien op youtube) Vooral het middendeel herken ik
Hij maakt een expeditie naar het Noordpool-ijs
de Baron is al wekenlang op reis…
… en hoe het verder gaat weet ik niet. Fijn dat je het mooi vindt, Cor!