Tot die tijd
Die eerste zomer, liftend door de Auvergne,
land van oude vulkanen, wij twee jonge vuren,
je frisroze bloesje voor mij een rode lap,
soms stonden we halve dagen te duimen
langs doodstille landweggetjes – zogezegd
om het wachten te bekorten, deden we ’t dan
in het struikgewas – voor de zekerheid
het karton met onze bestemming zichtbaar
op de in de berm achtergelaten rugzakken.
Er is iets raars met de tijd, die staat
namelijk stil, merkte ik vandaag toen ik
twee verweesde rugzakken langs de kant
van een weg zag staan, het zijn alleen
maar andere plaatsen, andere personages,
andere omstandigheden van altijd en
eeuwig dezelfde gebeurtenissen, het is
in onze schepping meestal wachten op
een toeschietelijke passant en tot die tijd…