Jas
Toen je je blauwe jas verloor
stond dat voor iets anders
alleen wist ik nog niet wat.
Het vertrouwde park
lag er op z’n zomerst bij,
klaar voor de heerlijkste
lijdensdag tot nu toe.
Een eerdere keer
had ik nog kleefkruid
op die jas geplakt,
maar vergeefs natuurlijk.
We liepen de weg terug
die we gekomen waren,
ik maalde de mantra van de speurder:
warm, nog warmer, het warmst.
We monsterden de bermen
en vonden meer dan we zochten,
zoals steeds gedurende
de maanden van bloei in dit park.
Voor de voorlaatste keer
kwam alles niet goed
– al vonden we je jas.
spreekt mij aan maar dat kan ook niet anders