Ook dit gedicht komt uit ‘Rivierenlandkroniek’, de cyclus die begin, bloei en einde van een romance tussen de Lek en de Waal schetst.
Vanaf Vianen
Het was in die tijd waarin we
nog hele dagen konden lopen
door knarpend kweldergras in
kraakheldere vrieskou dat we
lachten om een onzinnaam en
jij toen, maar ik tegelijkertijd,
dat we met één tere beweging
een verre toekomst bepaalden.