Zwaaikom
Weer op het veer.
Opvallend in de walmende uiterwaard,
aan de voet van de spoorbrug, uitziend
over de rivier op dit veel te vroege uur:
iemand die zwaait.
Misschien naar een lief aan de overzij,
naar vrienden aan boord, of misschien
alleen maar om zelf te worden gezien,
misschien door mij.
Omwaarachtiger te gaan leven,de kap
te kruien en naar de wind te gaan staan,
de geest te tonen deze dag te doorstaan:
hartsterkend zwaaien.
De pont doet prr-bok-bok-bok, er klinkt
een bel, een ratelende ketting, startende
motoren en alles zal worden als het was
weer terug aan wal.