Ik lig hier
Ik lig hier maar
te wachten op wat komen gaat
een istmus zonder kop, de angel
die de stroom vertraagt
soms loopt een wandelaar
over mijn basalten ruggengraat
of klotst er een kadaver
dreinend tegen mij aan, ik ben
een bonenstaak, reikend
onder weergaloze onrustluchten
naar een watervlak bestaan
-zelfs ’s zomers een ijdele waan
als in mijn oksels stranden ontstaan
en ik de baders langszij
voel gaan, dan nog breek ik golf
na zwakste golf, dam ik
de deining in -maar ach
het mag geen naam hebben, want
komt die wervelende winternacht
dan breken de golven míj.