Culemborgs stadsgedicht 7

Ik lig hier

Ik lig hier maar
te wachten op wat komen gaat

een istmus zonder kop, de angel
die de stroom vertraagt

soms loopt een wandelaar
over mijn basalten ruggengraat

of klotst er een kadaver
dreinend tegen mij aan, ik ben

een bonenstaak, reikend
onder weergaloze onrustluchten

naar een watervlak bestaan
-zelfs ’s zomers een ijdele waan

als in mijn oksels stranden ontstaan
en ik de baders langszij

voel gaan, dan nog breek ik golf
na zwakste golf, dam ik

de deining in -maar ach
het mag geen naam hebben, want

komt die wervelende winternacht
dan breken de golven míj.

 

Dit bericht werd geplaatst in Culemborgse stadsgedichten. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s