Fietsen over de dijk
Ze houdt van hooiland en nog steeds van mij.
Weer is het zomer. Weer fietsen we over de dijk.
Hier verloren we voor het eerst de tijd.
We fietsen verder. Twee levens, twaalf zomers,
drie kinderen verder. Fietsen over de dijk.
En verbeiden als altijd de tijd dat hooiland weer
grasland en grasland weer hooiland wordt.
Nu is het nog zomer. Laten we ons tot het laatst
verliezen in de tijd. Nu hou ik nog
voor altijd van jou – en van fietsen over de dijk.