Culemborgs stadsgedicht 15

In het voorbijgaan

Het pad dat van de dijk afleidt heet de uitweg,
langs de kant ligt te midden van geknakt groot
hoefblad het kadaver van een koe, in dit beeld

verschijnt dan op de fiets, niet vies van lyriek,
de spreker naar wie niemand luistert: ‘zo moet
het leven zijn bedoeld, ereprijs, pedaalgestamp,

morgenstond en freewheelend mijn gedachten’,
hij fluit the long and winding road en zoeft dan
fluks voorlangs de dood de kriekende polder in.

 

Dit bericht werd geplaatst in Culemborgse stadsgedichten. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s