Nieuwe lente
Op een steigertje aan een landje langs de Linge
zit ik pootjebadend, beelden sprokkelend,
naar twee baltsende futen te kijken.
Ergens nabij wordt er gegierd, snatert een eend,
de zo-even afgemeerde eenpersoonskano
klotst zachtjes tegen de beschoeiing.
Duizendvoudig getwinkel in het wateroppervlak,
de lente prikt m’n huid, de wereld in vrede,
ooit was ik een fuut – nu nooit meer.