En zo geschiedde
Je kunt je handen invetten
door een schaap te aaien,
je ontfermen
over een regenworm.
Of je kunt aan de voet
van een witte abeel gaan zitten,
over de Lek uitkijken,
wachten tot er niets meer mis zal gaan.
Je kunt geen vragen willen nalaten,
naar een posthoornslak staren,
je kunt opbloeien, je kunt
verdrinken.
Je kunt zeggen
dat het licht dat je deed hechten
(je ziet iemand nog staan, in de volle zon)
de boosdoener van alles is.
Je kunt zoveel, maar
alleen twee onverstoorbare lepelaars
kunnen
je dag goedmaken.