Heel vroeg
Het is nog heel vroeg,
een zomermorgen aan de Lek
de witte abeel
staat in een oranje gloed
en het is stil
of misschien hoor je
heel in de verte
de klep van de eerste pont
over de veerstoep schrapen
langs de kop van de krib
drijven geknakte rietstengels,
het lijken wel letters die
geen woorden vormen
er staat zo vroeg
geen zuchtje wind,
in het hoge gras rondom je
dansen waterjuffers
geluidloos streelt
het boeggolfje van een krakeend
de groene oever
het ruikt naar watermunt,
een vleugje mest
en naar rivier
alles is helder,
het mysterie haast tastbaar,
verstrooi me nu maar.