Culemborgs stadsgedicht 62

Heel vroeg

Het is nog heel vroeg,
een zomermorgen aan de Lek

de witte abeel
staat in een oranje gloed
en het is stil

of misschien hoor je
heel in de verte
de klep van de eerste pont
over de veerstoep schrapen

langs de kop van de krib
drijven geknakte rietstengels,
het lijken wel letters die
geen woorden vormen

er staat zo vroeg
geen zuchtje wind,
in het hoge gras rondom je
dansen waterjuffers

geluidloos streelt
het boeggolfje van een krakeend
de groene oever

het ruikt naar watermunt,
een vleugje mest
en naar rivier

alles is helder,
het mysterie haast tastbaar,
verstrooi me nu maar.

 

Dit bericht werd geplaatst in Culemborgse stadsgedichten. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s