Culemborgs stadsgedicht 77

Rivierenlandkroniek 12

(onder de Amerongse Berg)

‘Zodra de maan een gat in de hemel is,
gaan we de rivier over en die berg op.’

Aan de vooravond van weerzien dacht je
ons dit pad, er zongen hemelmeesjes mee
over de lijn, ‘zadel de paarden,’ taterde ik.

Maar het werd een keuze te laat, wijzer
was het geweest opnieuw te leren lopen.

 

Dit bericht werd geplaatst in Culemborgse stadsgedichten. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s