Rivierenlandkroniek 13
(voorbij de Waalkanten)
Alles is afgelopen.
Langs landerijen, over erven,
grienden, hekken, heggen en
smerige sloten. Weide, water,
het haakse riet.
Nergens ademt het land nog
ochtend uit, nooit is de mist
meer mysterieus, de grond is
gebroken en overal
hangen grauwsluiers, blaffen
er honden, is het koud en zijn
de hoeven en kroegen potdicht.
De godganse wereld
riekt naar stront.