Culemborgs stadsgedicht 79

Rivierenlandkroniek 14

(sinds Culemborg)

Lang geleden was het vannacht. In een wereld die weer
de onze was, zocht ik naar ik weet niet wat
hemeloever en waterland af.

Ik zag eenden met uitgerekte nekken, hun lijven te zwaar
voor de vlucht. Ik zag de dakgoot met drie mussen in bad.
Ik zag een rotgans zijn naam geen eer aandoen. Ik zag hoe

heel onze oude vogelgids in kleur in dwarrelende droom
flarden was gescheurd. Wie kan mij helpen
met wat ik wakker duiden moet?

 

Dit bericht werd geplaatst in Culemborgse stadsgedichten. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s