Terug naar de berg (5)

Ridderslag

Vreemd achteraf dat het juist een jóngen was
die toen de slapende reus heeft wakker gekust.

Geurt de Groot luidde zijn gigantische naam,
hij was al man toen ik nog ridder was. Hij zag

ze eerder anders dan ik, hij porde me bijkans
uit m’n bank en prees opgewonden fluisterend

hun blauwe ogen, hun flauwe rondingen, hun
beslist gretige lach. Vanaf die dag ben ik onvrij,

werd ik sluipend overmand door die ongenode
tweelingbroer die onbarmhartig ridders verjaagt,

dan jonkvrouwen binnenlaat en blijft en blijft.

 

Dit bericht werd geplaatst in Gedichten (in berichten), Terug naar de berg. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s