Onverwachte ontmoeting
De herkenning, eerst ener-,
dan anderzijds.
Schrikachtige verrassing, ogen die
tegelijk naar voren en naar achteren kijken.
Autonome rechterhanden;
een die zich stroef uit een jaszak loswroet,
de tussenruimte zoekt, de andere
die nog een fietssleutel kwijt moet,
naar een tasje graait, dan zover is:
het hervatten.
In beide de snelle afweging:
nee, geen kus (de herinnering daaraan!).
Het schuiven van een voet, het intrekken
van een buik, een bandje dat nog vlug even
uit het zicht moet worden gewerkt.
Happen lucht, ogen in ogen, keelgeschraap,
het schorre ‘hee hallo’ bijna in koor.
De volle lippen, grijze slapen,
tanden, wangen, borsten, die pols,
het andere, hetzelfde haar.
De verwarring, het zichzelf hernemen,
twee glimlachen; bedroefd, verheugd?
Hartslag, adem, ogenblik.
De stuntelig onderdrukte intimiteit
van lijven die elkaar eens verzwolgen.